‘Laat Nederlanders zien waar je aan werkt’

IJle Stelstra (IFV) in gesprek met Marco Zannoni (COT)

LEESTIJD: 11 MIN

IJle Stelstra maakte kennis met Marco Zannoni tijdens een oefening voor de troonswisseling in 2013. De afgelopen jaren, maar in het bijzonder de afgelopen zeven maanden, hebben ze elkaar regelmatig gesproken. In de week dat Nederland de gedeeltelijke lockdown in ging, geven ze hun visie op de aanpak van de coronacrisis. 'We moeten leren om duidelijker te zijn.'

COT vs. IFV

Stelstra: 'Het Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement COT is een organisatie op de voorgrond, met een publieke functie. Een organisatie die kan duiden wat er gebeurt in tijden van crisis. Wij hebben een wat andere rol in het veiligheidsdomein.'

Zannoni: 'Klopt. Het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV) is een overheidsorgaan met een overheidsopdracht. Met een nauwe band met het ministerie en met het veld. Een institutionele rol, terwijl wij een private onderneming zijn voor het bedrijfsleven, het onderwijs, de ziekenhuizen. Ik zie wel dat IFV al veel meer op de voorgrond treedt dan in het verleden. Dat juich ik toe.'

Stelstra: 'Dat heeft ook wel met onze nieuwe koers te maken. We kiezen ervoor om ons als kennisinstituut een duidelijker profiel te geven. Ik vind het belangrijk dat iedereen bij IFV in één zin kan vertellen waar we als IFV aan werken. Dat kan nu niet. Ik wil dat we beter en eenduidiger kunnen uitdragen wat we doen.'

Zannoni: 'Interessant. Je rol naar buiten is ook je rol naar binnen, is mijn ervaring. Ik ben actief op LinkedIn, maar dat is ook vaak een communicatiemiddel naar mijn eigen organisatie. Dat dwingt je om een visie te geven.'

Stelstra: 'Jij plaatst vanuit jouw positie nog wel eens berichten met een scherp randje. En ook onze lectoren kunnen best wel eens een stevige discussie aangaan op de inhoud. Als bestuurder van een overheidsorganisatie kan ik niet elke opmerking plaatsen.'

Zannoni (lacht): 'Ik doe dat ook niet zomaar, hoor. Desondanks doet het me plezier dat IFV zich meer uitspreekt.'

Stelstra: 'Dit tijdsgewricht vraagt daar nou eenmaal om. Niet om een partij die op de winkel past. Dan hadden we op 6 maart aan het begin van de crisis nooit een LOT-C gehad. Geen landelijke verbinding tussen alle partijen, geen pand in Zeist waar al die partijen bij elkaar zitten. We hebben een stap naar voren gezet en verbondenheid gecreëerd om de crisis aan te gaan.'

‘We hebben een stap naar voren gezet en verbindingen gecreëerd om de crisis aan te gaan’

Voorjaar vs.najaar

Stelstra: 'In maart was het vooral varen in de mist: met veel mensen tegelijkertijd kijken waar we kunnen helpen en veel energie steken in dingen die niet altijd voldoende opleverden. Inmiddels gaat het veel meer gecoördineerd. We weten beter wat we kunnen verwachten en door met goede informatie (intelligence) en data uit dashboards beter te voorspellen en ‘voorwaarts te projecteren’, kunnen we voorkomen dat er tussen de tweede, de derde en vierde golf weer dezelfde paniekreacties komen. We hebben bewust voor deze strategie gekozen om de economie niet te slopen, om mensen ondanks alle beperkingen toch voldoende vrijheden te geven.'

Zannoni: 'Wij hebben altijd geroepen juist niet op de tweede golf te focussen. Door het zo te benoemen, leek het alsof we pas zouden hoeven te acteren als het zover was. Waar het volgens ons wél om ging, was de continu aanwezigheid van het virus. Met pieken en dalen. Enige tijd was er geen groter verhaal. Na de scenario’s in maart en vervolgens het spoorboekje dat ons uit de lockdown heeft geleid, was er even niks, behalve een vrees voor die tweede golf waarvan niemand wist hoe die eruit zou zien. Daardoor leek elke volgende maatregel een verrassing. Daarom ben ik blij dat er nu een soort routekaart met een overzicht van maatregelen is. Dat geeft wat houvast. Voor onze organisatie betekent dit dat je de hele tijd bezig bent om werelden te verbinden: wat doet de overheid? Wat betekent dit voor het onderwijs, voor bedrijven en voor de zorg? De logica en navolgbaarheid van overheidsoptreden was altijd al ingewikkeld, maar nu helemaal. Die werelden bij elkaar brengen, vind ik mooi om te doen.'

‘Na de lockdown leek elke maatregel een verrassing’

Heldere crisiscommunicatie

Stelstra: 'Vanuit het LOT-C hebben we deze zomer ook echt afgeschaald in de veronderstelling dat dat wel kon. Daardoor hebben we te lang gewacht om in die voorspellende rol te komen. Als overheid kunnen we echt nog leren om duidelijker te zijn en veel helderder te communiceren waar we mee bezig zijn en wat er feitelijk aan de hand is. RIVM-baas Jaap van Dissel heeft in het Veiligheidsberaad haarfijn uitgelegd hoe het virus via Zuid-Europa zich naar Nederland heeft verplaatst en via studentenhuizen, horeca en werk in de thuissituatie is gekomen. Thuis zijn weliswaar 4.400 clusters met besmettingen, maar daar begint de besmetting niet. Dáár eindigt die. Logisch verhaal. Maar dat wordt niet goed gecommuniceerd. En dus is het voor de buitenwacht fake news en klopt het niet. De veerkracht van de samenleving hangt samen met het vermogen van de overheid om goed en helder te communiceren wat er gaande is en om dat te duiden.'

Zannoni: 'Wat ik lastig vond, maar dat zie je bij meer crises, is dat de neiging bestaat om pas wat te zeggen als er meer bekend is. Premier Rutte wilde eerder in antwoord op persvragen niet speculeren over mogelijke maatregelen. Maar speculeren vind ik iets anders dan inzicht geven in wat je bezighoudt. In overwegingen, opties en twijfels. Want ondanks dat maatregelen een verrassing lijken, wordt er goed over nagedacht. Er is nu een grote programma-organisatie, met meer expertise en invalshoeken, die de hele zomer heeft doorgewerkt. Neem mensen mee in die black box. De overheid doet zichzelf tekort. Het lijkt nu net alsof de crisisstructuur bestaat uit het kabinet en het OMT. Maar er is veel meer.'

Stelstra: 'Zeker in het begin van de crisis vond onze lector dat er naast het OMT ook een Impact Management Team moest staan. Maar ja, met meer expertises wordt het allemaal diffuus. Wat is dan nog wijsheid? Wat is nog de waarheid?'

Zannoni: 'Het moet vanuit mijn visie zo zijn dat het OMT vertelt wat het beste is voor de bestrijding van het virus. Iemand anders moet laten horen wat economisch of communicatief handig is. Dat moet dan centraal samenkomen. Laat experts hun eigen werk doen. De grote uitdaging is het verbinden van de viruslogica met de maatschappelijke logica.'

‘De grote uitdaging is het verbinden van de viruslogica met de maatschappelijke logica’

Complexiteit van de tweede golf

Stelstra: 'Er is niemand binnen onze sector die in de zomer achterover heeft geleund. Het grapje ging rond dat vakanties op vrijdagavond van 6 tot 8 uur duurden. Niemand kon gemist worden.'

Zannoni: 'Met als gevolg dat er nu een overbelasting van de crisisfunctionarissen dreigt. Het normale werk komt weer terug en dat maakt deze golf in die zin ingewikkelder. Ik zie het in de zorg, bij gemeenten en in de veiligheidsregio’s: niemand is uitgerust.'

Stelstra: 'Het is fijn dat er een perspectief is op vaccins. Maar dan nog zijn we niet klaar. Het lijkt me goed om ook dat heel snel met elkaar vast te stellen. Het gaat nog minimaal een maand of zes duren, er komen nog nieuwe pieken aan. We moeten ervoor zorgen dat mensen in de zorg en in de crisisorganisaties daar goed doorheen komen. Niemand kan anderhalf jaar op de top van zijn kunnen presteren.'

Zannoni: ‘De crisis is in die zin ook een grote uitdaging vanuit werkgeversperspectief.’

Het grote verhaal

Stelstra: 'De Duitse bondskanselier Angela Merkel kan haarfijn uitleggen dat er fundamentele grondrechten zijn waar je niet aan mag tornen. Maar daarbuiten kom je altijd in een compromis. Een crisis is niet eendimensionaal. We moeten voorbeelden geven zodat de gemiddelde Nederlander snapt hoe die compromissen eruit zien en tot stand komen.'

Zannoni: 'Een mooi voorbeeld van een compromis vind ik de scholen. Iedereen heeft zijn eigen belang: ouders, het kind, docenten, de gezondheidszorg. Maar bijvoorbeeld een viroloog kan niet wegen wat het risico van een besmetting is ten opzichte van het risico van achterstand of verminderd welzijn. Iedereen redeneert vanuit zijn eigen perspectief. En elk belang is legitiem. Maak dan maar eens de juiste keuze. Ik ben helemaal niet zo negatief over de aanpak. Hebben we voorkomen dat het virus weer om zich heen grijpt? Nee. Had het communicatief beter gekund? Ja. Zou er ook een strengere lockdown geweest kunnen zijn? Zeker. Ik zie in de maatregelen dat er nog heel veel wel mag. Sociale interactie blijft overeind. We blijven ervoor zorgen dat mentale en fysieke gezondheid een plek krijgt. Dat zie je tussen de regels door. Er is veel geleerd, maar het wordt niet altijd verteld. Ik pleit al langer voor een nieuwe toespraak van de minister-president. Een persconferentie is niet geschikt voor het grote verhaal.'

‘Elk belang is legitiem, maak dan maar eens de juiste keuze’

Belang van samenwerking

Zannoni: 'Terugkijkend op onze eerste ontmoeting, tijdens de voorbereiding op de troonswisseling, kan ik zeggen dat er sindsdien echt hordes overwonnen zijn. Er was toen veel meer discussie over bevoegdheden. We zijn toen terug naar de inhoud gegaan. We hebben de focus gelegd op dilemma’s. Op sleutelbesluiten. Op de opgave. Niet 60 scenario’s uitdenken. Het is een andere manier om naar een crisis te kijken. Die manier van denken is veel meer gemeengoed geworden.'

Stelstra: 'Zo doen we dat in de huidige crisis ook, eigenlijk. Niet vanuit 25 veiligheidsregio’s iets bedenken, maar met elkaar en in nauwe verbinding de crisis te lijf te gaan op inhoud. Als IFV regelen en ondersteunen we die verbinding. We willen nog meer op de intelpositie, de centrale informatiepositie, komen. Daar hebben we de afgelopen 7 maanden enorme slagen in gemaakt. Wij verbinden, verzamelen informatie, voegen onze kennis toe en maken daar een logisch geheel van voor onze crisispartners in het veld. We willen beter voorwaarts projecteren op basis van die informatie, en daar is goede samenwerking voor nodig om die informatie te interpreteren. Wat betekent het en hoe gaan we daar vroegtijdig over communiceren? We hebben mensen als jij nodig om dat verhaal te vertellen, vanuit de juiste basis en context.'

‘We willen beter voorwaarts projecteren en daar is goede samenwerking voor nodig’

Zannoni: 'Voor de buitenwereld lijkt het zo vanzelfsprekend om ‘even’ samen te werken. Deze crisis heeft voor meer saamhorigheid gezorgd. Het ministerie en de regio’s zijn echt in verbinding. Het Veiligheidsberaad heeft een warme rol. Een zo nauw contact met burgemeesters is in het buitenland vaak ondenkbaar. In het Verenigd Koninkrijk voert de burgemeester van Manchester een openlijke oorlog met het kabinet over de lockdown. Het feit dat we als één overheid hebben gefungeerd, is echt een prestatie. We hebben laten zien dat interregionale samenwerking kan en dat we los van structuren naar een situatie kunnen kijken. Hoe denk jij, ook in de volgende fase, als LOT-C die eenheid te bewaren?'

Stelstra: 'We moeten voorkomen dat we elkaar voor voldongen feiten stellen. Een mooi voorbeeld zijn de mondkapjes. Toen het onderwerp bij het Veiligheidsberaad op tafel kwam, hadden een aantal regio’s al stappen gezet. Wat de directeuren van de veiligheidsregio’s de komende fase te doen hebben – ze hebben korte lijnen met hun voorzitters en met gemeentes – is zorgen dat ze elkaar niet verrassen.'

‘We moeten voorkomen dat we elkaar voor voldongen feiten stellen’

Veranderende rol van de veiligheidsregio’s

Zannoni: 'Als er in 20 jaar crisismanagement één rode draad is, dan is dat de shift van structuren naar wat de situatie vraagt. Op papier roepen we al heel lang dat we flexibel zijn, maar dat was op papier. Deze crisis heeft ons gedwongen tot flexibiliteit. Dat heeft ons veel gebracht. Tegelijk moeten we ons ook realiseren dat de veiligheidsregio in dit geval meer een coördinerende en ondersteunende rol heeft. Waar ze bij heel veel andere crisissen de uitvoerder zijn, met een heel apparaat en hulpverlening. Nu is het verbinden en informatie bij elkaar brengen.'

Stelstra: 'Bij andere storingen, zoals een cyberstoring of een stroomstoring, zal dat niet anders zijn. Dat betekent dat je goed moet kijken naar de afzender en naar bevoegdheden en dat je in de crisiscommunicatie visueel en in jip-en-janneke-taal helder moet maken waar je mee bezig bent. Dat geeft rust. Dat doet COT heel erg goed, vind ik.'

Zannoni: 'Wat mij helpt als adviseur is social media. Voor een kort Twitter-bericht van 140 tekens of 45 seconden in het journaal heb ik al heel veel nagedacht en gereflecteerd. Iets roepen of kritiek leveren kan iedereen. Maar daar help je de crisiswereld niet mee. Ik vind dat je iets te melden moet hebben, en als het gebeurt, dan heb ik het gecheckt en er met anderen over gesproken om te weten dat het klopt. Ik vind dat deskundigen bij hun eigen vakgebied moeten blijven. Ik erger me aan experts die over een ander vakgebied oordelen. Ik ga niks roepen over het virus, over verspreiding. Je moet scheiden wat je persoonlijk en professioneel vindt. Als je een platform krijgt, heb je ook een verantwoordelijkheid. Ik vind het belangrijk om de crisis-community te bereiken.'

‘Zomaar iets roepen of kritiek leveren kan iedereen maar daar help je de crisiswereld niet mee’

Voorspellen is voorkomen?

Zannoni: 'Beter voorspellen – doordat we bijvoorbeeld samen met de community meer en betere data verzamelen – is nog geen garantie dat er ook op geacteerd wordt. Ik noem een voorbeeld van een andere dreiging: de extreme droogte. We zien problemen al enkele jaren aankomen en ze worden nog veel groter. Daar zou bestuurlijk Nederland al best met elkaar over mogen spreken. Niet alleen de deskundigen of de waterschappen. Maar je weet nooit precies wat het juiste moment is, op welke tafel het moet komen en met welke urgentie. Laten we wel wezen: de huidige crisis was ook geen verrassing. We wisten dat er een pandemie kon komen. Dit was een gekende crisis. Alleen: wat doe je dan?'

Stelstra: 'Acteren op een crisis is altijd een afweging tussen vrijheid en gebondenheid. Risico’s beperken betekent dat je de wereld eigenlijk in een never ending lockdown zet. Dan mogen er heel veel dingen niet. Wie wil er in zo’n wereld wonen? Ik niet. Bij het leven hoort eens in de zo veel tijd dat het even misgaat. Natuurlijk streven we er als overheid naar om risico’s beheersbaar te maken. Dat is onze opdracht én verplichting naar de samenleving.'

Tijdelijke coronawet

Stelstra: 'Ik vind het goed dat we met deze wet een volgende, unieke stap zetten. De druk voor de crisisbeheersing kan daarmee beter verdeeld worden met een forse nationale regie en meer afstemming met het veld van burgemeesters. De regie via de tijdelijke wet heeft zijn vruchten afgeworpen in tijden van opschaling.'

Zannoni: 'Eens. Goed dat de wet er is. Voor veiligheidsregio’s was de wet een belangrijk ankerpunt, ook als moment voor mogelijk afschalen van GRIP4. Nationale regie met beperkte lokale mogelijkheden. Wat ik verrassend vind: artikel 39 wordt wel ingezet, maar een deel van de bevoegdheden die de voorzitter zou krijgen in zo’n geval gaan expliciet naar de burgemeester. De voorzitter houdt een coördinerende rol en heeft enkele specifieke bevoegdheden. De beeldvorming kan wel zijn dat burgemeesters nu veel zelf kunnen beslissen, zeker bij versoepeling. Het vergt heldere verwachtingen, ook bij gemeenteraden.' 

Stelstra: 'Ik maak mij een beetje zorgen om het afschalen. Ik denk dat het goed is dat we snel een routekaart met een goed pakket maatregelen voor op- en afschalen koppelen aan deze wet, met daarbij een effectieve communicatiestrategie. Het is goed om te weten dat COT op dit moment webinars organiseert over deze wet naar aanleiding van de notitie die jij samen met de VNG schreef.' 

Eind in zicht?

Zannoni: 'Er is gewoon niemand die het weet. Natuurlijk is er wetenschappelijke onderbouwing en expertise gemodelleerd, maar daarachter zit geen benchmark of referentie. Het blijft beslissen in onzekerheid over wat voor gedrag het virus vertoont, maar ook wat maatregelen uithalen en wat voor gedrag. Helemaal als het gaat om lange termijn effecten. Een ongewild groot experiment waarbij ervaring, expertise en bestuurlijke durf nodig zijn om toch keuzes te maken.'

Stelstra: 'Voor mij geldt: never waste a good crisis. Ik ben benieuwd wat we aan deze crisis overhouden. Welke briljante improvisaties verdampen en welke we nooit meer loslaten.'

IJle Stelstra Algemeen directeur Instituut Fysieke Veiligheid

Stelstra kwam op 1 september 2016 in dienst bij IFV als directeur Brandweer. Als algemeen directeur heeft hij bijgedragen aan de versterking van het instituut als de landelijke ondersteuningsorganisatie voor de veiligheidsregio’s in de volle breedte. Hij heeft de ambitie IFV door te ontwikkelen tot een landelijk kennisinstituut dat vooroploopt in kennis, opleidingen en innovatie om zo bij te dragen aan een veiliger en veerkrachtig Nederland.

Marco Zannoni Directeur COT, Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement

Zannoni adviseert bestuurders en directies voor, tijdens en na crises en rond complexe veiligheidsvraagstukken. Hij was onder andere betrokken bij de vuurwerkramp in Enschede (2000), het interregionaal coördinatieplan Noordzeekanaal (2000-2003) en interregionale crisisbeheersing Sail 2005.

deel deze pagina: