SAMENWERKEN LOONT


Netcentrisch werken verbindt

LEESTIJD: 5,5 MIN

Het begrip ‘netcentrisch werken’ klinkt veel professionals in de crisisbeheersing bekend in de oren. Maar wat is het precies? Al snel wordt hierbij gedacht aan het Landelijk Crisis Management Systeem (LCMS): de softwaretool waarmee operationele crisisteams informatie kunnen uitwisselen. Betrokken partijen werken bij risico’s, incidenten of crises samen om een multidisciplinair beeld van de situatie te schetsen. De scope, schaal en omvang van het netcentrisch netwerk zijn de afgelopen jaren fors gegroeid. Samenwerking is het sleutelwoord.

Ruim 70 operationele organisaties in verschillende vitale sectoren werken samen op een gedeeld platform van het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV) om snel informatie te delen als er iets mis is gegaan, of dreigt mis te gaan. Netcentrisch werken is een backbone geworden in de nationale crisisbeheersing. Een samenwerkingsverband dat zoveel partijen bindt bij het delen van (dreigende) risico’s, incidenten en crises is bijzonder. Hoe hebben al deze partijen elkaar gevonden? We vragen het professionals die betrokken zijn bij deze ontwikkeling vanuit een eigen, unieke perspectief.

Organisaties die netcentrisch werken of netcentrisch werken implementeren:

  • Veiligheidsregio’s
  • Waterschappen
  • Geneeskundige netwerkpartners
  • LOCC en LOT-C
  • Departementale coördinatiecentra
  • Netbeheerders
  • Drinkwaterbedrijven
  • Rijkswaterstaat, Koninklijke Marechaussee, Kustwacht, Douane

Ondersteunend aan leiding en coördinatie

Martijn Korpel is landelijk adviseur netcentrisch werken bij IFV. Hij vertelt: 'Netcentrisch werken is meer dan ‘schrijven in LCMS’. Het doel is om de besluitvorming in een netwerk van samenwerkende partijen te ondersteunen. Dat doen we met een actueel gedeeld situatiebeeld, waarvoor alle broneigenaren voortdurend informatie aanleveren, verifiëren en onderhouden. Om dat overzichtelijk te houden, moet je tot de kern van de problematiek komen. De leidinggevende van een crisisteam bepaalt waar de focus ligt en is eindverantwoordelijk voor het hele proces. De informatiemanager is opgeleid om regie te voeren op het beeldvormingsproces. Hoe scherper de focus, hoe duidelijker het beeld en hoe effectiever de aanpak. Goed samenspel tussen onder andere de leidinggevende en de informatiemanager levert serieuze tijdwinst op en helpt alle betrokkenen om in dezelfde film te komen.'

‘Goed samenspel tussen leidinggevende en informatiemanager levert serieuze tijdwinst op’

Samenwerking tussen partners staat centraal

Henk Djurrema, voorzitter van het netwerk Netcentrisch Werken namens Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland, heeft de ontwikkeling vanaf het begin meegemaakt: 'De veiligheidsregio’s zijn eigenaar van de doctrine die is vastgelegd in het Referentiekader Netcentrische Crisisbeheersing. Regio’s nemen zo verantwoordelijkheid voor het multidisciplinaire informatiemanagementproces. Maar op inhoud en uitvoering staat samenwerking tussen hulpdiensten en veiligheidspartners centraal. Hun kennis en expertise vormen de sleutel tot de oplossing.'

Korpel veert op als het gaat om samenwerking: 'Internationaal staat Nederland hoog aangeschreven als het gaat om onze waterbouwkundige expertise. Maar we vergeten wel eens dat we ook excelleren in samenwerken. Zonder samenwerking bouw je immers geen dijken. Kijk bijvoorbeeld eens naar onze waterschappen. Zij zoeken heel erg de samenwerking met elkaar en met veiligheidsregio’s. Dat Rijkswaterstaat begin 2017 aanhaakte, was een mijlpaal. Bij de droogte in 2018 stond er al een landelijk waterbeeld, dat werd geknoopt aan het landelijke beeld van de veiligheidsregio’s. Je zag alle betrokken partijen rond deze crisis informatie met elkaar delen. Landelijk kwam dat samen. Dat leidt tot synchronisatie in het optreden. In de communicatie naar buiten straalt dat rust uit: iedereen draagt hetzelfde beeld uit. De partijen komen dan in control.'

‘Nederland staat bekend om waterbouwkundige expertise. Maar we excelleren ook in samenwerken’

Van netbeheerder tot departement

Als ergens de stroom uitvalt, dan kan een netbeheerder niet bij alle getroffen regio’s fysiek aansluiten om te vertellen wat er aan de hand is. Wel kunnen ze één keer een goed beeld opstellen, bijhouden en beschikbaar stellen. Die informatie komt direct uit het crisiscentrum, vertelt Maaike Aansorgh, crisismanager Energie van netwerkbedrijf Alliander: 'Inzicht in en duiding van calamiteiten zijn essentieel, ook voor onze crisispartners. Bij ons zijn dat veel partners die allemaal tegelijk een informatiebehoefte hebben. Netcentrisch werken helpt ons om deze informatie over een energiecrisis snel intern en extern te kunnen delen. Daarnaast ondersteunt het bij een snelle informatievoorziening en communicatie naar klanten en andere stakeholders. Ik zou graag zien dat we naar een landelijk beeld van netbeheer kunnen komen, zodat alle netbeheerders op dezelfde wijze hun situatiebeelden extern kunnen delen.'

Sinds twee jaar werkt ook het Departementaal Coördinatiecentrum Crisisbeheersing van Infrastructuur en Waterstaat netcentrisch en is daarmee (na het Nationaal Crisiscentrum van Justitie en Veiligheid) het eerste departement dat aanhaakt. Mark den Hollander, crisismanager op het departement: 'Bij problematiek op een van onze beleidsterreinen is al gauw sprake van keteneffecten. Wij kunnen dit nu beter signaleren over sectoren heen. Dat werd snel duidelijk bij het ongeluk met het containerschip MSC Zoe, waarbij we snel konden schakelen en informatie uitwisselen met Kustwacht, veiligheidsregio’s en de eilanden. Nu willen we in samenwerking met de partijen binnen het domein van Infrastructuur en Waterstaat toewerken naar een doorlopend risicobeeld van al onze vijftien beleidsterreinen.'

‘Wij kunnen keteneffecten nu beter signaleren over sectoren heen’


Veiligheidsregio’s hebben hun nek uitgestoken

Korpel vertelt verder: 'Toen ik bij IFV begon, belandde ik in een situatie waarin 25 veiligheidsregio’s elk eigen wensen hadden. Bijvoorbeeld hoe informatiesystemen hun regio moesten ondersteunen. Dat was wel even wennen, want waar moet je beginnen? Gelukkig hebben de veiligheidsregio’s toen echt hun nek uitgestoken om bij elkaar te komen en werkwijzen uitwisselbaar te maken. Ze zijn elkaars taal gaan spreken en hebben samen een platform gekozen dat we met elkaar konden uitbouwen. Dat moet je wíllen. Geholpen door uniforme opleidingen, ontstond er een solide basis waarop we gezamenlijk verder konden bouwen.'

'De onderlinge sfeer draagt bij aan de samenwerking’’, vult Djurrema aan. ‘’Zowel tussen veiligheidsregio’s, veiligheidspartners en IFV, als tussen adviseurs en onze directeuren. Ik zie betrokkenheid en deelname van veel organisaties. Je ziet dat deuren open gaan als mensen elkaar kennen. Ook tijdens calamiteiten. Omdat we elkaar kennen, willen we elkaar ondersteunen. Daar hecht ik echt aan. Deze partijen willen samen verder.'

‘Omdat we elkaar kennen, willen we elkaar ondersteunen’

Succesfactoren

Korpel stipt aan wat een implementatietraject netcentrisch werken eigenlijk inhoudt: 'Elk van de 70 netcentrisch werkende organisaties heeft intern nagedacht: wat hebben ánderen nu echt van óns nodig? Het meesterschap zit hem in de eenvoud: het delen van een beknopt situatiebeeld dat de kern van de problematiek raakt. Daar heb je goede informatiemanagers voor nodig. En leidinggevenden die dat proces aansturen. Uiteindelijk draait het om de vraag of je informatie wilt delen. Vervolgens is de grootste uitdaging om het informatieproces zodanig in te richten dat je de kern van de problematiek vat. Wat bedreigt ons en hoe erg is dat?'

Djurrema geeft aan: ‘’De ondersteuning vanuit het programma netcentrisch werken is goed geregeld. Veiligheidsregio’s, veiligheidspartners en IFV luisteren goed naar elkaar en IFV begrijpt wat we nodig hebben. Producten die voor veiligheidsregio’s én veiligheidspartners bedoeld zijn, worden gezamenlijk ontwikkeld en opgeleverd. Resultaten van rapporten worden vertaald naar een strategie, een concrete aanpak en verbeteringen, bijvoorbeeld in LCMS.’’

‘De kunst is nu om het overzicht te behouden en beter situationeel bij elkaar te komen’

Blijvende ontwikkeling: perspectief en uitdagingen

‘We zijn op de goede weg, en tegelijk zien we de stappen die we nog kunnen maken’, gaat Korpel verder. '’Hoe borgen we bijvoorbeeld de kwaliteit van de samenwerking in dit groeiende netwerk? Hoe houd je het overzichtelijk? Daarvoor heb je een gemeenschappelijke basis nodig, die van iedere netcentrisch werkende organisatie een bijdrage verlangt. Een belangrijke vraag is daarbij: welke rol heb je bij een incident, en wanneer heb je géén rol? Netcentrisch werken lijkt misschien makkelijk, maar het vergt echt een investering in je organisatie en mensen. Verder zoeken we nadrukkelijk de aansluiting op de ontwikkeling van reactief naar proactief veiligheidsmanagement. Netcentrisch werken en data-gedreven toepassingen kunnen elkaar versterken. Tot slot wordt er doorlopend gewerkt aan LCMS, het systeem waarmee netcentrisch werken wordt ondersteund. We werken toe naar een compact en open LCMS, dat goed in staat is om verbindingen te leggen met externe bronnen en informatiesystemen.’

Profiteren van gezamenlijke inspanning

Djurrema vat het samen: 'We komen nu op een punt dat we echt allemaal profiteren van de inspanningen. Op inhoud doen we dat al. Steeds meer partners delen informatie. Mensen en organisaties vinden elkaar. De kunst is nu om het overzicht te behouden en beter situationeel bij elkaar te komen. Een eenduidige werkwijze helpt daarbij: dan begrijp je elkaar sneller. En met de nieuwe besluitvormingsstructuur, waarin alle betrokken sectoren vertegenwoordigd zijn, kunnen we ook investeringen met elkaar delen. Daar plukt iedereen de vruchten van.’

deel deze pagina: